Incipit

 

 

(Lat. het begint). Eerste woord van de regel die in handschriften of incunabels (sien incunabel)  in plaats van de (latere) titel  het begin van de tekst aanduidt. Vandaar ook synoniem van initia, de beginwoorden van een tekst die, zolang titels ongebruikelijk waren, dienden ter identificatie van teksten, bv. bij catalogisering of bij het samenstellen van registers (sien register) . In ruime zin de beginpassage van een tekst of een verhaal. Zo kent Calvino’s Als op een winternacht (1979) tien incipits. Naar analogie met de term incipit ontstond explicit, afgeleid uit de formule ‘explicitum est’ (Lat. het is afgewikkeld). Daarmee werd verwezen naar het afwikkelen van de papyrusrol. Later diende de term in het algemeen om de slotformule (subscriptio) van handschriften en eerste drukken, ook wel van afzonderlijke hoofdstukken, aan te duiden. Zie ook colofon.

Literatuur: C. Mazzoni, ‘(Re)constructing the Incipit: narrative beginnings in Calvino’s If on a Winter’s Night a Traveler and Freud’s Notes upon a Case of Obsessional Neurosis’ in Comparative Literature Studies, 1993, pp. 53-68. Anfänge des Romans, themanummer Lili, 1993. J.-L. Morhange, ‘Incipits narratifs. L’entrée du lecteur dans l’univers de la fiction’ in Poétique, 1995, pp. 387-410. L’incipit, themanummer La licorne, 1997.