Affixio

(Lat. adfigere: vasthechten, uithangen). Term vanaf de zestiende eeuw in de jezuïetencolleges en andere onderwijsinstellingen gebruikt voor wervende publieke tentoonstellingen van literair leerlingenwerk. Veelal ging het om emblemata (Kyk EMBLEMATIEK) over deugd en ondeugd. De oefening betrof zowel het schrijven van Latijnse (soms Griekse) Epigram die tijdens de expositie werden voorgelezen, als de vernuftige visuele encodering van de leerstof (de antieke schrijvers) die op deze wijze voorwerp werd van veelzijdige actualiserende toepassingen: religieus, ethisch, artistiek. Door de tentoonstellingen te verbinden aan één embleemstof, zoals de muziek, de wijnteelt of de boekdrukkunst, kwam de affixio ook in de buurt van het werkelijkheidsonderricht. Soms werden de rijkelijk gedecoreerde exposities ter memorie weergegeven in (pronk)handschriften waaraan erkende kunstenaars hun medewerking verleenden.

Literatuur: K. Porteman, Emblematic Exhibitions (affixiones) at the Brussels Jesuit College (1631-1685), 1996.