Jambe

(Gr. iambos = satirisch stuk). 1. In de metriek: versvoet gevormd door een onbeklemtoonde of korte syllabe en een beklemtoonde of lange syllabe ( hk ). Bij uitbreiding, een vers van zes voeten waarvan de pare voeten jambisch zijn; het werd vooral gebruikt in de satirische dichtkunst.

2. Satirisch genre, formeel gekenmerkt door een afwisseling van verschillende metra. Zie jambische poëzie.