Index

(Lat. wijsvinger). 1. Achteraan in een boek: een alfabetisch of systematisch gerangschikt register van eigennamen, behandelde onderwerpen, e.d. (met aanduiding van de pagina’s), dat het terugvinden van allerlei gegevens in het boek moet vergemakkelijken. Zie ook concordans (sien concordantie) .

2. Een vorm van bliografie die de publicaties (meestal tijdschriftartikels) rangschikt volgens een bepaalde systematiek of onder trefwoorden. Het inschakelen van de computer leidde tot het ontstaan van nieuwe soorten indexen als KWIC- en KWOC-indexen (‘keyword in context’ en ‘keyword out of context’), en citatenindexen, die vertrekken van geciteerde publicaties waarvan telkens wordt nagegaan waar en door wie ze geciteerd worden.

3. Afkorting van ‘Index librorum prohibitorum’, d.i. de lijst van de boeken die door de rooms-katholieke kerk verboden werden (censuur), omdat ze gevaarlijk werden geacht voor geloof of zeden. De ‘Index’ werd ingesteld in 1559 door paus Paulus IV en pas in 1966 officieel opgeheven door paus Paulus VI. Zie ook imprimatur.

Voor andere betekenissen: zie functie, 2 en SEMIOTIEK.