Apostrofe

(Gr. apostrophè = het zich afwenden). In de retoriek: stijlmiddel waardoor een spreker veinst zich tot een andere persoon, tot een afwezige (bv. een overledene), of tot levenloze dingen te keren; ook: een uitweiding waarbij een spreker het woord afstaat aan iemand anders (sermocinatio*). In bredere zin is de apostrofe een manier om zich tot een gesprekspartner te richten. De oratorische poëzie doet vaak een beroep op de apostrofe om het ethos of pathos* van de spreker te onderstrepen. Zie ook aversio* en muze*.