Antiroman

Verhaalvorm waarin, al dan niet met parodiërende bedoeling, wordt afgeweken van de conventies van het genre, zowel wat thematiek als uitwerking betreft. Het eerste als dusdanig geregistreerde voorbeeld is Sorels L’anti-roman ou l’histoire du berger Lysis (1633). Maar eigenijk was Cervantes’ Don Quijote (1605-1615), als parodie van de ridderromans, al een echte antiroman. Nu wordt de term vooral gebruikt voor experimenten binnen het romangenre zoals de nouveau roman, waaruit een traditioneel handelingsverloop en dito personages als ‘notions périmées’ werden geweerd ten voordele van gedetailleerde beschrijvingen van objecten (école du regard) en experimenten op lexicaal, syntactisch en semantisch vlak. Bekende voorbeelden zijn La jalousie (1957) van A. Robbe-Grillet en Molloy (1951) van S. Beckett. Bij ons: I. Michiels bv. met Het boek Alfa (1963), Orchis Militaris (1968) en Exit (1971).