Antiheld

Moderne roman- of toneelfiguur die afwijkt (en zelfs vaak het tegendeel is) van de traditionele heldenfiguur. Het ontbreekt de antiheld aan de dramatische overmoed, de passionele verblindheid en het heroïsche aanvaarden van lijden en straf, die het profiel van de tragische held tekenen. Hij is niet de ontwerper van zijn eigen (nood)lot, maar wel een weerloos slachtoffer van een toevallige samenloop van omstandigheden, van een vergissing, van zijn medemensen of van zijn plaats aan de rand van de maatschappij. De antiheld wordt dan ook meestal getekend met een verontschuldigende wreedheid of met een ironiserende vertedering. Voorbeelden: Meursault in l’Etranger (1942) van Albert Camus; Jim Dixon in Lucky Jim (1954) van Kingsley Amis; Jimmy Porter in Look Back in Anger (1956) van John Osborne. Bij ons bv. Osewoudt in De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans (1958).

Literatuur: I. Hassan, ‘The Anti-Hero in Modern British and American Fiction’ in Proceedings ICLA, 1959, pp. 309-323. A.L. Söteman, ‘Der negative Held in der modernen niederländischen Literatur’, in S. Sonderegger & J. Stegeman (red.), Niederlandistik in Entwicklung, 1985, pp. 71-80. Ch. Lerat & Y.-Ch. Grandjeat, L’imposture dans la littérature nord-américaine, 1998.