Anastrofe

(Gr. omkering). Omkering van de gebruikelijke syntactische woordorde. Zij komt vooral voor in poëzie, ter wille van ritme, rijm, metrum of klankeffecten, maar ook in prozataal, om nadruk te leggen. Anastrofe kan bestaan in de plaatsing van het subject na de persoonsvorm (inversie of omkering) of ook – vooral in de klassieke talen – van het voorzetsel na de bijbehorende naamval (postpositio = achter-plaatsing). Bv. honoris causa (‘om reden van eer’).

Brengt de plaatsverwisseling een omkering mee van de (chrono)logische volgorde, dan spreekt men van een Hysteron proteron. (Kyk Hysteron proteron.) Een aan de anastrofe verwante stijlfiguur is het hyperbaton *.