Accent

De klemtoon die een gedeelte van een woord (woordaccent) of van een zin (zinsaccent) in het taalgebruik krijgt, en het teken dat gebruikt wordt om dit verschijnsel aan te duiden. Een syllabe kan in gesproken taal ten opzichte van haar omgeving worden beklemtoond door een langere duur (kwantitatief accent, bv. in de klassieke talen), door een grotere intensiteit of kracht bij de realisatie ervan (dynamisch of kwalitatief accent, bv. in de Germaanse talen) of door een toonhoogteverschil (muzikaal accent, bv. in de Chinese talen). De natuurlijke beweging die door het accent in de omgangstaal wordt teweeggebracht, heeft men in poëtische taal trachten te systematiseren in de metriek (Metriek, metrum) door de accentverhouding tussen de lettergrepen op verschillende wijzen vast te leggen. Men spreekt dan van metrisch accent of Heffing.

Toch zal men vaak een afwijking van de regelmaat aantreffen. Een dergelijke accentverschuiving dient om een woord uit zijn context naar voren te halen of om eentonigheid te vermijden (Antimetrie). Zie ook Versvoet,  Numerus, Scanderen.